Meditatie creëert gemeenschap. Mediterenden die een persoonlijke transformatie ervaren door middel van een dagelijkse praktijk kunnen proberen dit uit te drukken en te ondersteunen op een manier die past bij hun eigen behoeften. Het Pad van de Oblaten is er één van.
De wereldgemeenschap is oecumenisch en inclusief en de Oblatengemeenschap weerspiegelt dit in het bijzonder. Om deze openheid te koesteren is er in de WCCM als geheel een bijzondere relatie met de benedictijnse traditie. Dit verbindt ons met de universele en oude kloosterwijsheid. De Regel van Benedictus (uit de 6e eeuw) werd de gemeenschappelijke leidraad voor het monastieke leven in de westerse kerk. Het begon in de Donkere Middeleeuwen, een tijd van pijnlijke overgang en verwarring – niet zo verschillend van de onze – en inspireerde op bescheiden wijze een stabiele vorm van solidair gemeenschappelijk leven bij degenen die ‘werkelijk God zoeken’. In de afgelopen vijftienhonderd jaar heeft het zich ontpopt tot een van de grote wijsheidsteksten voor de volgende generaties. De inhoud is stabiel en evenwichtig maar niet rigide, en heeft zich dus altijd aangepast aan de noden en omstandigheden van de tijd. De Benedictijnse Oblatengemeenschap maakt deel uit van de familie van de Wereldgemeenschap vanaf de eerste dagen dat John Main onderricht gaf. Oblaten van de Gemeenschap zijn, net als alle leden van de WCCM, toegewijd aan de basisbeoefening van het mediteren twee keer per dag. Maar dan verandert meditatie je leven – op verschillende manieren voor verschillende mensen.
Dus sommige mediteerders in de gemeenschap baseren en richten hun persoonlijke leven op de wijsheid van de Regel van Benedictus. Daarin vinden ze een voortdurende inspiratie om te leven vanuit de geestelijke leefregels van ‘gehoorzaamheid, stabiliteit en bekering’. Ze ontdekken wat dit betekent in de omstandigheden van hun eigen leven. Ze integreren de tijden van meditatie met het Dagelijks Officie, waarbij ze regelmatig hun verstand en hart verrijken met het Woord van God, en met een dagelijkse lezing van de Regel en met hun deelname aan het leven en werk van de WCCM Oblatengemeenschap.
De Regel spreekt tot en bezielt de monnik in ieder van ons. Het beschrijft een evenwichtige en harmonieuze manier van dagelijks leven die ons ondersteunt in het ‘verheerlijken van God in alle dingen’. Persoonlijke waarden krijgen een nieuwe prioriteit. Voorzichtig en praktisch, de wijsheid erkent de behoefte aan evenwicht in lichaam en geest. Het helpt ons om dit dagelijks te bereiken en om onszelf weer in balans te brengen in het tijdsmanagement van werk, lezen en bidden. Veel meer dan alleen maar een boek met regels, vermijdt de Regel legalisme en fundamentalisme door het voorbeeld te geven van flexibiliteit en mededogen. Het distilleert een uit liefde geboren wijsheid die de discipline voedt die we allemaal nodig hebben om vrij te zijn.