Hoe mediteer je?

Hoe mediteer je?

Zit stil, houd je rug recht en luister naar je mantra…

Ga zitten. Zit stil en rechtop. Sluit zachtjes je ogen.
Zit ontspannen en alert.
Wees stil en begin inwendig het door jouw gekozen woord te zeggen.
We bevelen je het gebedswoord Maranatha aan.
Zeg het woord in vier gelijkwaardige lettergrepen.
Luister ernaar terwijl je het zegt,
vriendelijk maar aanhoudend.
Bedenk niets of verbeeld je niets,
zelfs niet in spiritueel opzicht.
Wanneer gedachten en beelden bij je opkomen,
dan leiden ze je af van  de meditatie.
Keer daarom steeds terug naar jouw woord.
Mediteer elke morgen en avond
gedurende twintig tot dertig minuten.

Het gebedswoord, de mantra

Een mantra is een korte zin of een woord, gedurende de meditatie steeds herhaald. Een mantra is eenvoudig een middel om onze aandacht voorbij onszelf te richten – een manier om los te raken van onze gedachten en zorgen. Terwijl je het zegt, luister je naar dat woord. “Ma-ra-na-tha” is het woord dat John Main suggereert. Zeg het in vier lettergrepen van gelijke lengte.

Oorsprong van het gebedswoord

Het is een Aramees woord (de taal die Jezus sprak) en betekent “Kom, Heer” of  “De Heer komt”. Het komt voor in de Schrift, namelijk in de brief van Paulus aan de Korinthiërs (1 Kor 16, 22) en in het Bijbelboek Openbaringen (Op 22, 20). Bovendien komt het voor in één van de oudste buitenbijbels geschriften uit de Christelijke traditie, de Didachè (Did 10, 6). Denk niet aan de betekenis van het woord. Geef alleen je aandacht aan de klank ervan gedurende de hele tijd van je meditatie, van het begin tot het eind.

Steeds als  gedachten opkomen, keer dan eenvoudig naar je mantra terug. Het voordeel van een woord dat niet uit onze eigen taal komt is dat we het minder associëren met ideeën. Hierdoor zijn we minder geneigd zullen zijn om erover te gaan nadenken. Het woord zelf is ritmisch in evenwicht. Het valt gemakkelijk samen met de ademhaling.

Blijf trouw aan je woord

Als je eenmaal je eigen woord hebt gekozen, is het belangrijk om bij dat woord te blijven. Op deze wijze wortelt die mantra zich in ons. Het herhalen van de mantra heeft effect op de wijze waarop je de mantra zegt. Na weken, maanden, jaren zeg je de mantra met minder moeite, met minder kracht en kunnen we met meer gemak de verstrooiingen opzij zetten zodra die opkomen. Wanneer je tot volledige stilte kan komen zonder het gebruik van een mantra ben je uiteraard ook welkom bij groepen die Christelijke Meditatie beoefenen. Het gaat tenslotte om het bereiken van die volledige stilte. Het advies van John Main was dat je dat kunt bereiken via het gebruik van een mantra.

De houding

Tijdens een conferentie die John Main hield voor de Trappisten in de Gethsemani Abdij vroeg men hem wat de meest geschikte lichaamshouding is om te mediteren. Het boekje ‘In de Volheid van God‘ geeft zijn antwoord: ‘Ik denk dat de beste manier om te mediteren is, te zorgen dat je rug recht is, als dat kan. Die aanbeveling schijnt in alle tradities de universele factor te zijn. Of je daar nu bij knielt of in een stoel zit of op de grond, of in de volmaakte houding of de lotushouding, dat is een kwestie van persoonlijke voorkeur, om niet te zeggen persoonlijke mogelijkheid! In ons klooster te Ealing zitten de jonge mensen die voor zes maanden bij ons komen meestal ofwel in de volmaakte houding, ofwel in de lotushouding, dat wil zeggen dat zij met gekruiste benen op de grond zitten. Ik ben bang dat ik niet met ze kan wedijveren en ga daarom in een stoel zitten. Maar wel rechtop. Ik denk dat het belang van de houding ligt in het feit dat deze vorm van meditatie je brengt tot een volledige ontspanning en tegelijkertijd tot een volledige aandacht. (…..) Wij zijn ofwel ontspannen en staan dan op het punt in slaap te vallen of kauwgom te nemen of iets dergelijks, ofwel we zijn vol aandacht terwijl ons bloed vol zit met adrenaline. En de kunst is die twee soorten bewustzijn te combineren. Daarvoor is een gemakkelijke en toch alerte lichaamshouding nodig.’

WCCM